KADASTRALE GEGEVENS

 

Zo op het oog lijkt het niet zo moeilijk de bewoning van de boerderijen uit te zoeken.

Er zijn meerdere bronnen waaruit geput kan worden. In de eerste plaats de inwoners. De wat oudere Sleeners weten zich nog veel te herinneren van de laatste 70 jaar. Dan is er het kadaster waarin o.a. de eigenaren van de boerderijen staan vermeld. Ook is er het bevolkingsregister, waarin alle gegevens van de inwoners werden en worden opgeschreven.

Het kadaster en het bevolkingsregister zijn ontstaan tijdens de Franse bezetting van 1795 tot  1813. Voordien was ook wel redelijk bekend wie de eigenaren van de boerderijen waren, doch dit stond nergens duidelijk omschreven. De geboorten, huwelijken en overlijdens werden voorheen bijgehouden door de kerk, in het zogenaamde Lidmatenboek. Elke belangrijke verandering in een gezin in het dorp werd hierin genoteerd, te weten doop, huwelijk en overlijden. Ook als men lidmaat werd van de kerk en de datum van ondertrouw werd dit in het lidmatenboek opgeschreven. Veel van deze stukken zijn gelukkig nog bewaard gebleven.

De grote moeilijkheid is echter, dat veel huizen in de loop der jaren niet meer op dezelfde plek staan doordat ze zijn afgebrand en/of afgebroken en herbouwd op een iets andere plek. Een andere moeilijkheid is dat heel vaak de eigenaar van het huis niet de bewoner is. Heel veel boerderijen werden bovendien gelijktijdig bewoond door meerdere gezinnen.

  Sleen had in 1932 nog geen 50 boerderijen, een kerk met pastorie (1176 en 1172), een school (1173), twee armenwerkhuizen (1122 en 1124), een smederij (1165) en een schuur (1173).

Van al deze boerderijen is er niet één meer bewoond door een nazaat van de op de lijst van eigenaren voorkomende namen. De boerderij Brink 12 heeft het wel het langst volgehouden.    Lefferts > Brookman > Elving. De fam. Kamps is ook een geslacht dat zeker 200 jaar woonachtig is in Sleen. Doch de boerderij die nu nog bewoond wordt door een Kamps, is later gebouwd.

Toch zijn er nog heel veel inwoners in Sleen die afstammen van een van de op de lijst voorkomende namen, te veel om op te noemen. Als we kijken naar het dorp Diphoorn, dan komen we tot een grote groep personen die afstamt van het geslacht Marissen. Zo’n 400 jaar geleden bezat het geslacht Marissen alle in Diphoorn bestaande boerderijen (10 stuks in 1832). Ook nu nog staan er twee boerderijen die bewoond worden door families die er 200 jaar geleden ook al woonden: Diphoorn 2, Haak > Denen > Kiers en Diphoorn 26: Eising > Klasen. De laatste boerderij is jaren geleden gekocht van de familie Boelken-Marissen.

In het archief van het bevolkingsregister van de gemeente Sleen wordt momenteel gezocht naar wie er in het verleden in Sleen hebben gewoond. Vanaf ca. 1811 werd er al met het bevolkingsregister begonnen. Vanaf 1850 is er door de gemeente ook een kaartsysteem bijgehouden van de gezinnen in het dorp. Ook staat hierin aangegeven waar dit gezin heeft gewoond. Dit bevolkingsregister is enkele jaren geleden vastgelegd op microfilm en bevindt zich in het gemeentehuis in Coevorden.

Vóór 1957 had Sleen geen stratennamen en huisnummers. De dorpen werden aangeduid met een letter. Voor Sleen en Diphoorn de letter A, voor Noord Sleen de B en Erm had de letter C. De huizen kregen een nummer. De letters zijn vanaf het begin hetzelfde gebleven, doch de nummering is hierna meerdere keren veranderd.  Er werden steeds weer huizen bijgebouwd, zodat soms zelfs na nog geen 15 jaar er weer een wijziging werd doorgevoerd. In 1957, na zeker vijf wijzigingen, werd dit systeem overboord gegooid en kreeg Sleen straatnamen en huisnummers. Ook hierin heeft nog enkele keren een verandering plaatsgehad. Zo was het huidige ’t Eng enkele tientallen jaren geleden nog de Bannerschultestraat. Bij het ingaan van dit nieuwe systeem is een lijst gemaakt met de oude A-nummers en de nieuwe straatnamen en huisnummers. Ook staan op deze lijst de namen van de bewoners vermeld. In 1957 kende Sleen 15 straten met 232 huizen en boerderijen. 

 

reacties: genealogie@streekeigensleen